Het referendum, bestaat dat in Canada?
Jawel, maar het middel wordt niet vaak gebruikt.

Heel vaak komt het niet voor in Canada dat men een referendum houdt. Een volksraadpleging dus. Een beroemd referendum vond plaats in de provincie Québec, betreffende de afscheiding van Canada.
Dat referendum haalde het niet en zo bleef de situatie als die was. Maar bij andere referenda zijn er soms wel resultaten. Zo stemde men in de provincie British Columbia, nu alweer ruim tien jaar geleden, over de afschaffing van de omzetbelasting. Zoals te verwachten haalde dat referendum het wel en de omzetbelasting werd afgeschaft – maar er kwam wel gewoon een aantal andere belastingen en heffingen voor in de plaats. Niemand werd er dus beter van.
Dat is meteen het grootste kritiekpunt aan het beginsel van de volksraadpleging in het algemeen. Men probeert een gecompliceerd onderwerp terug te brengen tot een ja/nee vraagstuk. Voor veel mensen is een afweging gewoon ondoenlijk en dan brengt men een weinig gefundeerde stem uit volgens het aloude principe van “I don’t know but this is my opinion”. Het lijkt allemaal weinig zin te hebben.
Wel vinden velen het leuk en nuttig om mee te mogen beslissen over belangrijke zaken. Daar zit ‘m dan ook het voordeel in van het referendum-systeem. De betrokkenheid van de burgers bij het functioneren van de overheden wordt erdoor versterkt. Of het eigenlijk wel zo nuttig is, daar blijven de meningen over verdeeld.
Nu gaat men het weer eens proberen in de stad Victoria aan Canada’s westkust. Het stadsbestuur stelt voor dat er een nieuw zwembad moet komen omdat het oude binnenbad met de bijbehorende faciliteiten een erg gedateerde indruk begint te maken. De onderhoudskosten lopen op en het zal zo nooit meer de allure hebben die het eerst had. Wat nu te doen, vervangen, bijbouwen of toch zo laten?
Het electoraat krijgt de keuze geserveerd met een heleboel achtergrondinformatie erbij. Als je voor de duurste oplossing kiest, zo wordt er wel eerlijk bijverteld, dan zullen de stedelijke belastingen de komende twintig jaar met $240 per huishouden moeten worden opgetrokken. Dat komt doordat er veel geld moet worden bijgeleend. Er zou bovendien een groot bedrag uit de financiële reserves van de stad moeten worden onttrokken. Dat kan, vervolgens, uiteraard nergens anders meer voor worden gebruikt.
Tegenstanders menen dat de stad Victoria te klein is voor dit soort extravagante uitgaven. Voorstanders zeggen echter dat je toch wel 50 jaar plezier zult kunnen verwachten te hebben aan dit soort uitgaven. Het verhoogt de levenskwaliteit voor velen en het zou zelfs van toeristisch belang kunnen zijn. Want men wil echt iets heel fraais neerzetten.
Daar zit ‘m dan misschien ook wel het grootste probleem. Het project zou wel eens $220 Miljoen kunnen gaan kosten – en dat is nog voordat er ook maar één spade de grond in is gegaan. Daar komen de critici alweer aan: het is heel gebruikelijk dat er bij dit soort projecten aanzienlijke kostoverschrijdingen plaats zullen vinden. En wie zal dat dan mogen betalen?
Als de kenners het al echt niet allemaal weten, hoe simpeltjes is het dan om de beslissing af te wentelen op de burgerij. Zo kan het stadsbestuur altijd volhouden dat het hun schuld niet was – als de boel ooit volledig uit de hand zou lopen.