Het aardbevingsgevaar aan de Westkust;
Men is zich van het dreigende probleem bewust.

In bijna geheel Canada is het aardbevingsgevaar gering. Maar een van de dichtstbevolkte gebieden van land ligt wel net op een geologische foutlijn. We hebben het over de Westkust van het land.
De steden Vancouver en Victoria liggen pal op de “Ring of Fire” die eigenlijk de gehele Stille Oceaan omringt. Dat het in Japan, in Anchorage, in San Francisco en heel wat andere kustplaatsen om de oceaan zo ernstig is geweest, toont al wel aan wat de dreiging inhoudt, ook voor Vancouver. Bekend zijn ook de rampenfilms uit Los Angeles, waar je een miljoenenstad ziet omvallen en verzwolgen worden door de oceaan.
Als we zo bekend zijn met dit verschijnsel, waarom moesten steden als Vancouver en Victoria dan zo groot worden – was het niet slimmer geweest die een stuk meer landinwaarts te plaatsen? Helaas, zo werkt het niet. De steden zijn er, ze zijn enorm gegroeid en het ziet er naar uit dat ze nog aanzienlijk zullen blijven groeien. Ja, kijk ook maar eens hoe prachtig die erbij liggen. Bergen, zee, fijn klimaat, het kan toch niet beter? En nu natuurlijk ook: economisch van groot belang.
Maar als er hier een zware aardbeving zou komen – en experts zeggen dat het gewoon een kwestie is van wanneer dat zal gebeuren – dan zou het hier wel eens heel erg onaangenaam kunnen worden. Afhankelijk van de sterkte van de beving, kunnen hele wijken en grote gebouwen neerkomen. Men verwacht dan ook enorme sterfte en zoveel schade dat hulpverlenen uiterst moeilijk zal wezen.
Toch weet men al heel erg lang dat er dit aardbevingsgevaar dreigt en de ruime omgeving wordt ook regelmatig opgeschrikt door kleinere bevingen, die gewoonlijk vrijwel geen schade aanrichten. Dat is ook nuttig in die zin dat het de bevolking erop opmerkelijk blijft maken dat het gevaar er weldegelijk is. Het probleem verdwijnt niet door er het stilzwijgen op te doen.
Bij de bouw van huizen en torenflats heeft men de bouwvoorschriften al geruime tijd aangepast, zodat er meer aandacht wordt besteed aan het veilig maken van de bouwtechnologie. Bouwen met baksteen gaat hier dan ook echt niet want dat breekt gewoon als het gaat schudden. Hout geeft mee en kan buigen, daar moet je dus de huizen van maken. Dit komt goed uit want de provincie staat nog altijd vol met bomen: bouwmaterialen genoeg, op die manier.
Voor de hoogbouw hanteert men staal en gewapend beton dat ook redelijk goed kan meebuigen als de aarde gaat bewegen. Er worden telkens nieuwe methodes uitgeprobeerd om de overlevingskansen van de mensen te vergroten. Een bekend principe is om een gebouw aan een enorme centrale betonkolos te hangen, zodat de verdiepingen heen en weer kunnen bewegen. Men vergelijkt dit met een luidklok die ook vrij heen en weer kan bewegen.
Als een ouder gebouw gerenoveerd moet worden (in plaats van afbreken), dan probeert men er telkens ook een soort “earthquake-proofing” bij te regelen. Bijvoorbeeld oude scholen, kerken, monumentale gebouwen en infrastructuurwerken krijgen een echte beurt als het kan. Met staalbalken en andere verende constructies probeert men zo de ellende voor te zijn.
Erg aardig is de bereidheid van de bevolking. Al op de basisschool leert elk kind wat je moet doen als de aarde ineens gaat schudden. Bij bedrijven houdt men oefeningen om het personeel voor te bereiden. De brandweer komt ook telkens met suggesties voor iedereen.
Wanneer het dan echt misgaat, dan weet niemand hoe ernstig het zal wezen. Intussen hopen we maar dat we het niet meer zullen meemaken – dat het allemaal voorlopig nog wel mee zal vallen.